Leestijd: 7,5 minuten
Met 18 jaar aan de dirigeerstok bij Harmonie St. Gerlachus in Oirsbeek heeft Louis Hensgens een onuitwisbare indruk achtergelaten. Op zijn laatste repetitieavond keken we samen terug op zijn rijke ervaringen en betrokkenheid bij de harmonie. Met een warme glimlach op zijn gezicht begon hij te vertellen over de vele mooie herinneringen die hij heeft opgebouwd in deze dierbare periode.
Hoe kijk je terug naar jouw ervaring bij de harmonie door de jaren heen?
Positief, heel positief. Het is een hele dierbare tijd voor mij geweest omdat ik hele leuke projecten heb kunnen doen en ook heel veel vrijheid had in wat ik wilde doen en kon doen. We hebben ook bijzondere projecten aangepakt, en ik denk dat ik iedereen wel goed mee heb kunnen krijgen in het traject. Als voorbeeld hebben we met een illusionist gewerkt, en met de zandkunstenaar, wat natuurlijk fantastisch was wat we laatst hebben gehad. Maar ook de stukken die herkenbaar zijn, en stukken waar het publiek iets aan heeft gehad, hebben de muzikanten net zo veel aan gehad. En waar ik natuurlijk ook heel trots op ben, is dat de harmonie flink gegroeid is in de loop van de jaren. Als we nu kijken, zien we dat we een grote jeugdgroep hebben die blijft groeien en heel hecht is, en dat zij buiten de harmonie ook veel dingen samen doen. Ja, dat is ook prachtig natuurlijk om te zien gebeuren voor je ogen.
Want je hebt heel veel van de jeugd letterlijk zien opgroeien.
Ja dat klopt. In september zou het 18 jaar zijn, dus dat is wel een hele lange tijd.
Want door de jaren heen hoe heb je de harmonie zien veranderen?
Ik heb gemerkt dat zij meer zijn gaan spelen op de wijze hoe ik het graag zie en dat de bezetting compleet is geworden, maar vooral dat zij op een concert vaak nog meer konden presteren dan wat er op de repetitie neergezet werd. Je komt op een bepaald niveau op de repetitie, maar op het concert kun je altijd nog een stapje verder gaan. En dat is wat je graag wilt realiseren. Maar wat ook is veranderd, is de betrokkenheid van de leden bij het kiezen van het repertoire. Er werden heel intensief stukken ingestuurd; als je ze vroeg rond een thema stukken in te sturen met de vraag ‘wat zou je willen?’, dan komt er een waslijst aan stukken. Het kostte veel werk om te selecteren wat kan en wat niet kan, wat erbij past en wat niet, en wat speelbaar is. En van daaruit dan een polletje opzetten. Ja, dus die betrokkenheid is wel gegroeid en dat is een positieve ontwikkeling, absoluut. Want dan wordt het repertoire meer gedragen door iedereen en dan kun je minder snel zeggen van ‘joh, wat een slecht stuk’, want je hebt het zelf ook gekozen. Natuurlijk kun je toch wel een keer uitkomen op een stuk dat je hebt uitgekozen en dat het dan toch niet helemaal is wat je ervan verwacht had. Dat kan natuurlijk altijd. Ja, ik denk dat dat de grootste verandering is eigenlijk. De betrokkenheid van de leden bij het hele gebeuren, de neuzen meer dezelfde kant op.
Want er zit toch wat generatie verschil in de harmonie, hoe heb je dat kunnen bewaken dat de harmonie toch door één deur ging naar jouw ervaring?
Belangrijk is altijd dat je de individuele speler waardeert en zijn of haar kunnen en hen probeert mee te nemen in het hele verhaal. Het is heel makkelijk om iemand af te zeiken, helemaal kort en klein te hakken, maar op te proberen net iets verder te trekken dan wat die op dat moment kan, ja, dan moet je hen anders benaderen. Dus het is wel een psychologisch spelletje wat je moet spelen. Dat voel je aan of dat voel je niet aan. Dat valt ook niet te leren op school of waar dan ook. Dat is iets dat je in de loop der jaren opbouwt, natuurlijk. En dan komt zeker een moment dat je dan de plank mis slaat, maar blijf goed kijken, luisteren en praten met mensen en dan kom je op een punt waarop je het zou kunnen doen. En dat werkt bij de ene vereniging wel op die manier en bij de andere vereniging zul je merken dat het niet werkt. Dan moet je daar dan opnieuw gaan uitvinden: hoe werkt het hier dan? Hoe kan ik ze hier meekrijgen? En soms lukt dat en soms lukt dat niet. Op dat punt, net als met voetbaltrainers. Als het niet klikt, dan is het heel veel succes allebei en gaan we uit elkaar, we gaan een andere weg op. En dan moet je daar ook niet lang blijven hangen, want dan loopt het helemaal fout. Voor jezelf als dirigent, maar ook voor de vereniging. En voor mij heeft het altijd voorop gestaan dat de vereniging ook na mij nog een leven heeft. Ik ben door de vereniging aangenomen om hen verder te brengen, en natuurlijk groei je er zelf ook verder in mee. Dus dat vind ik zelf ook heel belangrijk: de vereniging moet je in zijn waarde laten en probeer vanuit dat punt een hoger plan te krijgen. En soms zijn dat maar kleine stapjes en soms gaat dat met grote stappen, dat is niet te voorspellen. En dat hangt van zoveel factoren af waarom je de ene keer wel grote stappen maakt en de andere keer een klein stapje. Als je maar iedereen meekrijgt.
Je hebt de harmonie zien groeien, maar hoe heb jij jezelf zien groeien vanaf de dag dat je bij ons begon tot nu?
Poh, dat vind ik een lastige vraag over mezelf. Het is vergelijkbaar met de vraag die je krijgt tijdens een sollicitatiegesprek: “Wat zijn jouw sterke punten?” Ik weet het niet precies. Ik denk dat ik zelf ook gegroeid ben in die periode, maar waar dat precies in zit? Dat kan ik moeilijk zeggen, ik weet het niet. Ik denk dat het te maken heeft met het werken in een groep en telkens weer de uitdaging aangaan om een stap verder te komen. Er komen ook steeds nieuwe mensen bij, hoe trek je die mee in het geheel en hoe laat je ze zo snel mogelijk groeien naar het punt waar de rest al zit? Ik denk dat dat het groeipunt is dat je steeds doormaakt. Als je ziet dat dat lukt, dan geeft dat een kick en dan ga je weer verder en probeer je erop voort te bouwen. Je leert altijd, met alles. En het zijn vaak kleine dingen waarin dat zit. Ik vind bijvoorbeeld communicatie met een groep heel belangrijk; een groep moet een eenheid vormen. Ik heb ook op plaatsen als dirigent gewerkt waar het een beetje los zand was, en dan is het heel moeilijk werken. Als ze niet samen door dezelfde deur kunnen of willen, dat wordt dan een lastig verhaal om daar één groep van te maken. Je moet wel bereid zijn om jouw steentje bij te dragen. En ook al is het maar een klein steentje dat je kunt bijdragen, je draagt wel iets bij. Ook de kleine steentjes zijn belangrijk.
Geniet van elk moment en probeer ze op het puntje van hun stoel te krijgen
Als je een bericht aan jezelf kon geven terug naar het moment dat je voor de eerste keer voor de harmonie zou staan, wat zou je dan gezegd hebben tegen jezelf? Wat zou je meegegeven hebben aan die dirigent van 17 jaar geleden?
Geniet van elk moment en probeer ze op het puntje van hun stoel te krijgen.
Want ben je ook trots op wat jij gepresteerd hebt?
Ja. Ja. Maar dat is ook de reden waarom ik stop. Ik wil stoppen op een moment dat ik nog steeds het gevoel heb van ‘dit zit goed’. De tijd die ik hier met jullie allemaal heb doorgebracht, waarin ik heb gewerkt, genoten, ontdekt en geëxperimenteerd heb, is mij te dierbaar om te laten verwateren. Ik wil hier niet met een kater weggaan. Misschien kwam dit afscheid voor velen als een verrassing, maar ik heb er heel goed over nagedacht. Ik wil het moment voor zijn dat het uit mijn handen glipt en dat ik dit zou afsluiten met een kater. En ik denk dat dit een goed moment is.
Als je kijkt naar jou carrière binnen de harmonie, wat was voor jou een hoogte punt geweest. Iets waar je heel trots op was?
Er zijn heel veel mooie herinneringen. Ik kan me nog goed herinneren dat we op concertreis naar Baden-Baden zijn geweest. Het was in een grote zaal waar normaal gesproken symfonieorkesten optreden, in de Kurhaus. Ondanks dat er niet veel publiek aanwezig was, was het een grandioze ervaring. Dat moment staat me nog helder voor de geest, ook al ligt het aan het begin van mijn carrière hier en is het al lang geleden. Daarnaast was het Jazzfestival in Hoofddorp ook een hoogtepunt. De zaal zat vol en mensen kwamen zelfs halverwege het concert binnen omdat ze gehoord hadden wat voor geweldige muziek we aan het maken waren. We hebben ook veel themaconcerten gehad die erg goed waren. Een bijzonder hoogtepunt vond ik het concert waarin Tom Selbeck met projectoren en een soort tijdsreisfilmpjes een spectaculaire show neerzette. Het was echt indrukwekkend, vooral in combinatie met de zandkunstenaar. Ik kon het zien tijdens het dirigeren en het was echt een ‘wauw, wow’ moment.
Raakte je daar niet afgeleid van?
Nee, de stukken ken je dan wel van binnen en van buiten, dus je kunt sturen en volgen wat er gebeurt en er tegelijkertijd van genieten. Die beelden versterken hetgeen waar we mee bezig waren, wat het voor mij ook extra waardevol maakte. Ja, ik kon er echt van genieten.
Dus dat is dan een luxe positie?
Ja, absoluut. Want als dirigent kun je ook echt genieten tijdens een concert, omdat je dan niet meer aan het werk bent. Alles loopt zoals het hoort, je kunt het orkest meeslepen en ze bewegen precies zoals jij het wilt. Dat gevoel is werkelijk fantastisch als je het kunt ervaren. Het is essentieel dat alles goed voorbereid is van tevoren en dat zowel jij als de muzikanten volledig voorbereid zijn. Als we allemaal op dat niveau zitten, kunnen we geweldige, prachtige en diepgaande dingen bereiken. Dat is echt het ultieme genot. Op dat moment voelt het niet meer als werk; ik hoef het orkest niet meer te sturen, maar ik kan gewoon genieten van het spel en mijn visie tot uiting brengen.
Wat zijn de belangrijke lessen die je hebt geleerd in de tijd dat je dirigent bent geweest van de harmonie?
Dat Oirsbeek af en toe een beetje een mopperig clubje is, lachte hij. En dat je daar goed mee om moet gaan in gesprekken en ze hun gang moet laten gaan, ja, het gesprek aangaan. Maar niet laten etteren.
Wat hoop je dat jouw nalatenschap zal zijn voor de harmonie na jouw vertrek, wat zou je hen meegeven?
Wat ik hoop, is dat ze blijven genieten van muziek, net zoals ze dat deden tijdens mijn tijd bij de harmonie. Het gaat erom dat je samen met anderen bezig bent met muziek en dat plezier blijft behouden. Want uiteindelijk draait het allemaal om het maken van muziek en het genieten ervan. Blijf dus samen vechten, blijf samenwerken en vooral, blijf genieten. Want het is zo mooi.
Na zijn vertrek trekt Louis samen met zijn vrouw met de camper naar prachtige plaatsen. Ondergedompeld in de natuur en omringd door herinneringen, beleven ze nieuwe avonturen en genieten ze van de rust. Louis, niet alleen een dirigent maar ook een inspirerende kracht achter de harmonie, die generaties lang zijn passie voor muziek heeft doorgegeven, zal te midden van nieuwe landschappen blijven genieten van het leven en zijn liefde voor muziek, waar hij ook gaat.